Roeping
De tijd dat de meeste kandidaten voor het kloosterleven zich rond hun 18de jaar bij de deur meldden, ligt achter ons. Vaak hebben belangstellenden al het nodige aan levenservaring opgedaan, een opleiding gevolgd, een job gehad en soms ook relaties. Daarnaast is de wereld ingrijpend veranderd. Geloven is niet meer vanzelfsprekend en veel mensen zijn gewend om voortdurend nieuwe keuzes te maken, van vakantiebestemmingen tot de partners in hun leven. Het engagement voor het kloosterleven is daardoor ook veranderd.
Ieder roepingsverhaal is uniek. Sommige mensen voelen zich al op jonge leeftijd aangetrokken door het kloosterleven of het priesterschap. Bij anderen is er een wending of zelfs crisis in hun bestaande leven voor nodig om dit nieuwe perspectief te ontdekken. Het is ook niet evident dat iemand die graag in kloosters komt, bijvoorbeeld voor een jaarlijks verblijf van enkele dagen, de stap naar het klooster overweegt. Een roeping voor het kloosterleven begint met een groeiend verlangen en de ervaring dat deze manier van leven je aanspreekt. Vaak voelt het als thuiskomen op een onverwachte bestemming.
Ontmoeting
Vroeger begon het nadenken over een roeping vaak met een bijzondere ontmoeting of een voorbeeldfiguur, bijvoorbeeld de pastoor in de parochie of een familielid in een klooster. Tegenwoordig kan het ook een film, een interview of een boek zijn dat het denken in beweging brengt. In ieder geval gaat deze zoektocht vaak meteen verder op Google. Dat is ook een reden voor deze website.
Stappen
Kloosterling worden, gaat niet van vandaag op morgen. Er is alle ruimte om stap voor stap in te groeien in de definitieve keuze voor het kloosterleven en de onderscheiding die daarvoor noodzakelijk is. Ook van de kant van de Karmelorde bestaat steeds de mogelijkheid om een pas op de plaats te maken of zelfs een kandidaat weg te sturen, al gebeurt dit in vrijwel alle gevallen in goed onderling overleg.
1. ‘Kom en zie’
Belangstellenden kunnen uitgenodigd worden voor het programma ‘Kom en zie’. Je verblijft dan drie maanden in een gastenkamer van ons klooster in Brugge. Dit biedt de mogelijkheid om kennis te maken met het concrete kloosterleven. Je hebt deels ook een eigen programma met introducties over het kloosterleven, de Karmel en het kerkelijke landschap van Vlaanderen. Na deze drie maanden keer je terug naar huis voor een tijd van reflectie. Daarbij kan je ook gesprekken voeren met experts die je kunnen helpen met je onderscheiding.
2. Prepostulaat
Wanneer deze eerste fase leidt tot het blijvende verlangen om Karmeliet te worden, vragen we je daarover een brief te schrijven. We bespreken dan met enkele ervaren Karmelieten je motivatie en geven je feedback. Daarna krijg je eventueel een uitnodiging voor het prepostulaat. Gedurende zes maanden leef je dan echt in het klooster, niet meer als gast maar als onderdeel van de gemeenschap. Buitenlandse kandidaten gaan dan vooral intensief aan de slag met het leren van de Nederlandse taal.
3. Postulaat
Na het prepostulaat volgt een nieuwe periode van zes maanden. Hierin ligt het accent op de vorming rond allerlei aspecten van het kloosterleven, van de Karmelitaanse spiritualiteit tot aspecten in de dagorde.
4. Noviciaat
Het noviciaat volgt op het postulaat en betekent dat je nu echt het kloosterkleed/ habijt ontvangt. Je bent nu officieel ‘leerling-Karmeliet’. Iedere dag ontvang je onderwijs en vorming rond het kloosterleven in de Karmel. Daar kunnen ook buitenlandse programmaonderdelen bij zitten. Zo krijg je de Karmel steeds beter onder de knie. Dit duurt een jaar.
5. Studie
Kandidaten die broeder willen worden, en dus niet voor het priesterschap opteren, krijgen een eigen opleiding met theologische en andere vakken aan een onderwijsinstelling in Vlaanderen. Daarnaast ontvangen zij eventueel een (aanvullende) professionele vorming, die aansluit op hun eigen achtergrond en aanleg.
Kandidaten die voor het priesterschap opteren, volgen het reguliere academische programma, met o.a. filosofie en theologie. Een deel van de studie vindt in Rome plaats aan de eigen universiteit van de Karmelieten.
6. Tweede noviciaat
Kort voor het afleggen van je eeuwige geloften verblijf je een jaar in een Karmelklooster in Spanje, waardoor je ook de internationale gemeenschap van de Karmelieten – en de oergrond van onze orde - beter leert kennen.
7. Geloften
Tijdens je studieperiode leg je (tenminste) drie keer de zogeheten tijdelijke geloften af (celibaat, soberheid en gehoorzaamheid). Daarna volgen de plechtige of eeuwige geloften. Daarmee ben je volledig gecommitteerd aan de Karmelorde. Je kunt dit in zekere zin met het huwelijk vergelijken.
Na de plechtige of eeuwige geloften volgt eventueel de diaken- en priesterwijding.